Deze wandeling vertrekt in het mooie dorpje Sint-Jan-In-Eremo. De naam eremo betekent woestijn zodat men met deze plaatsnaam naar Johannes de Doper verwijst. Het woord woestijn heeft in deze streek echter ook betrekking op het door turfwinning aangetaste terrein, de kreken. De route brengt je langs het Leopoldkanaal naar een voetveer om vervolgens langs de Vrouwkenshoek-, Blok- en Boerekreek te gaan met onderweg mooie vergezichten op de uitgestrekte polders.
Afstand: 15 km.
Tijd: 4u30.
Graad: Gemiddeld.
Type: Rondwandeling.
Gps Track: Ja.
Routebeschrijving: Ja.
Rolwagen: Niet geschikt.
Hond: Aangelijnd toegelaten.
Totale stijging: Vlak.
Aard: Verhard en onverhard.
Markering: Knooppunten.
Wandelschoenen aanbevolen.
Advertentie.
Leopoldkanaal.
Van het charmant dorpje Sint-Jan-in-Eremo met het lieflijke Sint-Jan-de-Doperkerkje als blikvanger wandel je via het langgerekte Leopoldkanaal in de richting van Sint-Laureins. Geniet ondertussen van het uitzicht op de statige Boerekreek en de Bentillekreek en op de prachtige Meykenshoekpolder. Juist voor Sint-Laureins steek je het kanaal over met een voetveer en sta je al snel aan de Vrouwkenshoekkreek, die na recent uitbaggeren in volle glorie werd hersteld. Even flink doorstappen en weldra kruisen twee kreken opnieuw je pad, links de Hollandersgatkreek en rechts de Blokkreek. Twee kreken die erg populair zijn bij vissers. Een zitbank met tafel staan er voor je klaar. Langs een stukje dijk, door een polderlandschap en vervolgens akkerland gaat het richting Boerekreek, met haar 6 km lengte en 39 ha de grootste kreek van Oost-Vlaanderen. Vanaf de dijk van de Boerekreek zie je in de verte de hoge watertoren van Sint-Jan-in-Eremo, het vertrekpunt.
Download PDF voor te volgen knooppunten.
Verkorting mogelijk aan KNP 23.
POI 1 - Leopoldkanaal.
Het Leopoldkanaal wordt in de volksmond Blinker genoemd en heeft een lengte van 40 kilometer. Historisch waterden de polders ten noorden van Assenede af naar de Westerschelde. Bij het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid en de afscheiding van Nederland, sloten de Nederlanders echter deze afwateringsbeken af. Hierdoor stonden de polders aan de Belgische kant vochtig, met zelfs malaria (indertijd polderkoorts genoemd) tot gevolg. Een oplossing werd voorgesteld in de vorm van een kanaal dat van Heist tot Zelzate zou lopen en dus tegelijkertijd een extra verbinding zou vormen tussen de Noordzee en het kanaal Gent-Terneuzen(dat de Nederlanders ook hadden afgesloten). Een grote voorvechter van het kanaal was kanunnik Jozef Andries, volksvertegenwoordiger in het Nationaal Congres en pastoor van Middelburg. Het graven van het kanaal liep van 1843 tot 1854 maar zou nooit volledig het oorspronkelijke plan volgen. De Leopoldvaart mondt niet uit in het kanaal Gent-Terneuzen maar stopte plotseling ergens op het grondgebied van Boekhoute.
Geen extra informatie.
POI 2 - Meetjeslandse Kreken.
Het krekengebied vertelt het verhaal van de mens die terrein verovert op de zee, en de zee die dan weer hard en genadeloos terugslaat. Het polderland rond de monding van de Westerschelde werd eeuwenlang geteisterd door dijkbreuken en overstromingen, waarbij het water grillige kuilen in het landschap uitschuurde. De zee trok zich terug en de kreken bleven over. Niet al deze plassen zijn echter van natuurlijke oorsprong. Er werd in de streek namelijk ook turf gestoken, een brandstof die via sloten en kanaaltjes in kleine vaartuigen naar de steden werd gebracht. De turfputten werden tijdens stormvloeden verder uitgeschuurd.
Geen extra informatie.