Selecteer de taal

Het Raspaillebos

  • Wandelroute van: TrailExplorer

Raspaillebos

Op de flanken van de Bosberg ligt het Raspaillebos met een oogstrelend tapijt van kleurrijke voorjaarsbloeiers en een legendarische geschiedenis. Eens op de Bosberg wordt je getrakteerd op een uniek vergezicht op de valleien van Dender en Mark maar ook op het Kluysbos. De vallei van de Mark is een mozaïek van elzen- en essenbossen afgewisseld met hooi- en weilanden. Het Kluysbos daarentegen is dan weer één van de mooist ontwikkelde bronbossen van de regio.

Afstand: 13 km.

Tijd: 3u30.

Graad: Gemiddeld.

Type: Rondwandeling.

Gps Track: Ja.

Routebeschrijving: Ja.

Rolwagen: Niet geschikt.

Hond: Aangelijnd toegelaten.

Totale stijging: 225 meter.

Aard: Overwegend onverhard.

Markering: Blauwe pijl en rood vierkant.

Wandelschoenen aanbevolen.

Advertentie.

De Markvallei.

De wandeling vertrekt aan het natuureducatief centrum De Helix. Al snel gaat het richting het Raspaillebos op de flanken van de bekende Bosberg. De Bosberg is de natuurlijke waterscheidingslijn tussen de Dender en de Mark en daarom is de plantenweelde langs de bronbeken een van de mooiste van Europa. Zeldzame planten als eenbes, bosorchis en keverorchis zijn daar voorbeelden van maar het is vooral in het voorjaar wanneer speenkruid, slanke sleutelbloem , wilde narcis en dotterbloem de oevers geel kleuren, ogen de bronbeken ronduit feeëriek. Wat later tref je overal in het bos prachtige tapijten van witte bosanemonen en blauwe boshyacinten aan, daarna is het de beurt aan de daslook om zijn wit bloemendeken uit te rollen. Van oudsher was het Raspaillebos het uitgelezen toevluchtsoord voor een boel ‘raspeel’ of ‘rapaille’, de Oudfranse benaming voor het gespuis dat er de buurt onveilig maakte. Niet alleen de Gentse opstandelingen tegen Keizer Karel troepten er in 1540 samen, ook de vermaarde bende van Jan De Lichte hield er zich omstreeks 1747 schuil. Hoewel dit een straf verhaal is, dankt het Raspaillebos zijn naam niet aan de talloze boevenbendes. Geschiedkundig minder spectaculair maar etymologisch plausibeler is immers het Picardisch ‘raspe’, een verwijzing naar ‘hakhout’ en de eeuwenlange haktraditie in en rond het bos. Eens je het bos verlaat sta je op de legendarische Bosberg. Hier heb je weidse vergezichten over het Kluysbos en de valleien van de Dender en Mark. Ook de forse Congoberg in Vollezele is zichtbaar. De heuvel was destijds bezaaid met schamele huisjes van mijnwerkers of ‘fossemannen’. Wanneer ze zwart van de steenkool terugkeerden uit de Henengouwse mijnen, werden ze door de buurtbewoners spottend ‘Congolezen’ genoemd. Van de Bosberg gaat het verder richting de Markvallei, waar je dan weer door een mozaïek van elzen- en essenbossen gaat afgewisseld met hooi- en weilanden en vervallen populierenplantages. De ijsvogel graaft zijn nestgangen in de steile oevers van de Mark. De route gaat daarna richting het Kluysbos, één van de mooist ontwikkelde bronbossen van de regio. Overal in de hellingknikken sijpelt kalkrijk water uit de bodem en ontspringen beekjes. Vooral in de lente kan je genieten van de bloemenpracht, dotterbloem reuzenpaardenstaart en hangende zegge spannen hier de kroon maar het wordt pas een echt sprookjesbos als de boshyacinten en daslook de hellingen blauw en wit kleuren. Het laatste gedeelte van de wandeling gaat dan via boerenland, met prachtige vergezichten, terug naar het vertrekpunt.

Raspaillebos en Markvallei

Download PDF voor routebeschrijving.

Bij nat weer kunnen de paden er zeer modderig en drassig bij liggen.

Kaart & Poi's.

POI 1 - Raspaillebos.

Op de flanken van de Bosberg, geprangd tussen de valleien van de Dender en de Mark, ligt het Raspaillebos. Het landschap combineert de steile trekken van de Vlaamse Ardennen met de zachte glooiingen van het Pajottenland. De talrijke paden, soms slingerend tussen dichte bossen of in brede, bloemenrijke dreven, dan weer in het open landschap, nodigen je het hele jaar door uit om te genieten van de kleurrijke bosomgeving. Vanaf het vroege voorjaar tot in de late lente kleurt het bos geel, wit en paars met wilde narcis, bosanemoon, maagdenpalm, boshyacint en daslook. Het frêle voorjaarsgroen van de beuken verandert in de zomer naar diepgroen en wordt gelig bruin in de herfst. Vooral langs de bosdreven schept het hakhoutbeheer een ideaal milieu voor zeldzame bosvlinders, zoals iepenpage, eikenpage en kleine ijsvogelvlinder. Ook keizersmantel, grote weerschijnvlinder en boswitje doen hier dartele zomerdansjes. Via kleine ingrepen langs de bronbeken krijgt ook de vuursalamander nieuwe kansen. Overdag verstopt de salamander zich onder stenen, boomstronken of in oude muizenholen. Jagen doet hij ’s nachts. Alleen bij regen kan je hem overdag zien. In het bos worden exoten als lork, populier en Amerikaanse eik door streekeigen soorten vervangen. Daarna mag de natuur het bos weer veroveren. Dood hout blijft liggen of staan omdat het belangrijk is voor zwammen, insecten en dieren die in holen leven. Waar het de fauna of flora ten goede komt, wordt het traditionele beheer van hak- of middelhout hersteld. Op de akkers en weilanden rond het bos kan bos spontaan ontwikkelen. Begrazing moet er voor zorgen dat dit nieuwe bos nooit volledig dicht groeit. Waar hagen en wilgen het landschap sieren, moet begrazing de kleinschalige structuur in de hand werken. Het doel hier is een open grasland met struwelen. Op termijn ontstaat zo een gevarieerd landschap waar de grenzen tussen het bos en zijn omgeving vervagen Als overblijfsel van het grote Kolenwoud, vormt het Raspaillebos een geheel met het Moerbekebos, het Karkoolbos en het Kluisbos. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebied zo goed als kaalgekapt. Toch was het nooit cultuurland, zodat het zijn plantenrijkdom behield. Door het Moerbekebos loopt een oude kasseiweg, de Bosberg. Aan de oorsprong van de kapel Onze-Lieve-Vrouw van het Raspaillebos lag een kluis; wanneer de kluis verdween bleef de kapel staan. Deze kapel zou in 1650 opgetrokken zijn nadat een kluizenaar een Mariabeeld aan een boom had opgehangen. Bij de opstanden van Gent en andere steden tegen het grafelijk gezag speelden bossen een belangrijke rol. Vele opstandelingen doken tijdens de grafelijke repressie onder in de bossen. In 1382, tijdens de eerste opstand, verschansten een aantal vluchtelingen en ballingen uit Geraardsbergen, Dendermonde en Aalst zich in het Raspaillebos, van waaruit de omgeving werd geplunderd en gebrandschat. Het Raspaillebos zou ook als schuilplaats voor de roversbende van Jan de Lichte hebben dienstgedaan.

Natuurpunt.
www.natuurpunt.be

POI 2 - Juffrouwkapel.

De Juffrouwkapel plaatselijk gekend als 't Iffraken dateert van voor 1865. Een dronk uit de bron en een gebed voor Apollonia was ooit goed tegen tandpijn. Vroeger was de site een Keltische bidplaats. Begin 2012 stortte de vervallen kapel in. Op 15 september 2013 was de restauratie een feit. Deze feeërieke site en dit kleine monument verdienen een plek in het Raspaillebos.

Natuurpunt.
www.natuurpunt.be

POI 3 - Sint-Paulus kapel.

Het gehucht Sint-Paulus dankt zijn naam aan de kapel Sint-Paulus. De Sint-Pauluskapel ligt op het Kapelleblok, ten noorden van en dichtbij de Pauwelhoeve. Ze werd opgetrokken op een site, die reeds in de Gallo-Romeinse periode werd bewoond. Er blijkt geen enkel verband te bestaan tussen de villa die er zich waarschijnlijk bevond en de laat-middeleeuwse kapel, die vermoedelijk in het begin van de 16de eeuw werd opgetrokken. Het is een bakstenen gebouw in laatgotische stijl. In de kapel worden o.m. enkele 15de-eeuwse kunstvoorwerpen bewaard. De volksmond veronderstelde eeuwenlang de drie volgende ontstaan legenden: • de Sint-Pauluskapel zou een zelfstandige parochie geweest zijn met een eigen priester, een eigen kerkhof en eigen inkomsten; • de Sint-Pauluskapel zou een overblijfsel zijn van een klein klooster, afhangende van de Sint-Adriaansabdij te Geraardsbergen of van de abdij van Beaupré te Grimminge; • de Sint-Pauluskapel zou een kapel voor leprozen geweest zijn en het gehucht zou zijn ontstaan ten gevolge van een kolonie lepralijders of akkerzielen. Wat de volksmond ook veronderstelt, we kunnen met zekerheid stellen dat de Sint-Pauluskapel reeds bestond vóór het jaar 1068. De kapel is verbonden met een wonderbare bron, voor onze voorouders een heilige plaats. Misschien moet het ontstaan van de Sint-Pauluskapel gesitueerd worden in de tijd van de definitieve evangelisatie en kerstening van onze gewesten (ca. 800 na Christus).

Galmaarden.
www.galmaarden.be

POI 4 - Natuurgebied Markvallei.

De Markvallei situeert zich ten zuiden van Geraardsbergen, op de grens van drie provincies: Oost- Vlaanderen, Brabant en Henegouwen. De Mark ontspringt in het Henegouwse Silly en mondt ter hoogte van Geraardsbergen in de Dender uit. Hydrografisch behoort de vallei tot het bekken van de Dender. Ondanks de rechttrekking van de Mark, die het landschap wel wat verminkte, bleef de daling van het waterpeil relatief beperkt. De vallei behield grotendeels haar eigenheid. Door het achterwege blijven van baggerwerken sinds de rechttrekking, heeft de rivier zelfs een deel van de schade hersteld. Door aanslibbing is de breedte haast gehalveerd en zijn de oude meanders opnieuw herkenbaar. Hooilanden bedekken een grote oppervlakte langs de Mark. De bosgebiedjes langs de oevers van de Mark zijn voornamelijk populierenaanplanten die tijdens de laatste decennia werden aangeplant. Verscholen tussen de bomen liggen oude turfputten waar in vroegere tijden veen als brandstof werd ontgonnen. Deze putten zijn ondertussen geëvolueerd tot pareltjes met waterviolier en wederik. In de nabijheid van het riviertje liggen enkele oude turfputten die dank zij het ingrijpen van lokale natuurliefhebbers tot aantrekkelijke waterplassen zijn omgetoverd, waar de gele lis het voor het zeggen heeft. Ook het blauw glidkruid, waterviolier en puntkroos hebben het naar hun zin. De blauwe reiger, die een kleine kolonie bezet in het natste deel van het bos, is makkelijk te zien in de weilanden. Wie de ijsvogel, die in de oevers van de Mark broedt, wil zien, moet iets meer geluk hebben. Het pad langs de Mark is de beste plaats om deze kleurrijke vogel te spotten. Het Kluysbos is één van de mooist ontwikkelde bronbossen van de regio. Vooral in de lente kan je hier genieten van de bloemenpracht. Dotterbloem, reuzenpaardenstaart en hangende zegge spannen hier de kroon. Hoger op de helling strijden slanke sleutelbloem, boshyacint en daslook om de meeste aandacht.

Natuurpunt.
www.natuurpunt.be